Tag archieven: The Bullfight

The Bullfight Eggs & Marrowbone Recensie

The Bullfight Eggs & Marrowbone Recensie van Tim Donker en Informatie CD met murder ballads en een bijgevoegd boek.

The Bullfight Eggs & Marrowbone Recensie en Informatie

In het boek dat bij deze cd hoort, is een interview opgenomen met Bad Seeds-gitarist Mick Harvey. Hij vertelt hoe iemand na het verschijnen van Murder Ballads (het roemruchte album van Nick Cave and the Bad Seeds) eens aan Nick Cave had gevraagd of de volgende cd er één met verkrachtingsballades zou worden. Het sarcasme van deze persoon is niet zonder hypocrisie. Ten eerste is Cave natuurlijk niet de uitvinder van de moordballade; het is een eeuwenoud genre (lees ook, verderop in dit boek, het informatieve mini-essay van Erwin Zijleman over de geschiedenis van de moordballade). Bovendien drijft vijfenzeventig procent van de entertainmentindustrie (de entertainmentindustrie! hoor mij bezig!) op moord en ander gruweldaden. Maar toch begrijp ik wel wat de opmerkingen over verkrachtingsballades zeggen wilde.

Je kunt van alles met een moordballade. Je kunt er een diepe duisternis mee in plonzen. Je kunt inzetten op angst en afgrijzen. Je kunt zingen vanuit het slachtoffer. Je kunt de dader meedogenloos maken, kilhartig, onmenselijk. Je kunt ook een situatie schetsen waarin een mens begrip zou kunnen opbrengen voor moord. Het leent zich evenzeer voor absurdisme, surrealisme, voor een huiveringwekkende nachtmerrie, als voor wat Matthew Sweeney “alternatief realisme” noemde. Je kunt er een nihilistische filosofie mee willen onderbouwen, of vragen stellen bij de normen van onze samenleving. Cave leek de aangewezen man voor bijna dit alles. Met fantastisch mooie en duistere albums als From Her To Eternity, Your Funeral My Trial en Henry’s Dream op zijn palmares. Maar uitgerekend hij kwam in Murder Ballads met een verdomd gezellig album aanzetten. Gastmusici, lalala-achtige samenzang, ritmetjes waar je heel lekker op kon meedeinen, een voor Cave’s doen nogal gladde productie… – ik werkte in die dagen in het magazijn van de Bijenkorf waar de hele dag Sky Radio aanstond. Die gaven meerdere keren per dag Where the Wild Roses Grow te horen (dat duetje met Kylie Minogue, weet u nog wel) en ik zweer het bij God dat de hele afdeling dan meezong en –neuriede, met hoofden heen en weer wiegend; ze hielden nog net niet elkaars hand vast. Dat was de eens zo avantgardistische Cave (van The Birthday Party kon je veel zeggen, maar niet dat het fijne arbeidsvitaminen opleverde). Dan en daar zijn de eerste barsten in mijn liefde voor zijn muziek gekomen, en met het navolgende album The Boatman’s Call sloeg Cave die liefde eigenhandig aan gruzelementen. Al zal het diene mens een zorg zijn dat ene Tim Donker uit zijn fanschare gestapt is. Bovendien gaat het daar nu niet over.

Waar het wel over gaat, is dat ik zo mijn reserves heb ten opzichte van de moordballade. Ik heb al eens zeer straffe moordballades gehoord, zeker. Maar een heel album vol? Bij Cave ging dat dus goed verkeerd als u het mij vraagt (u vraagt het mij niet). Wat dan te denken van The Bullfight, die er niet alleen een album maar ook nog een heel boek mee vullen.

Als project vooreerst prijzenswaard. Niet om de moordballade. Wel om de cd. Of als u vinyl prefereert (want dat kan ook): de lp. En om het boek. Iedereen die me langer dan vijf minuten kent, weet dat ik een hartgrondige hekel heb aan digitale muziekbestanden. Muziek moet fysiek uitgegeven. Het liefst op cd. Ik keerde de lp begin jaren ’90 de rug toe omdat in het Eindhoven van die dagen bijna nergens meer lp’s te koop waren. Mijn platenspeler verstofde en ik ga er geen plumeau meer aan wagen. Nu verkopen ze zelfs bij de Aldi en de Lidl platen. Ze doen maar. Ik blijf de cd –en de gigantische verzameling die ik met dit medium inmiddels opgebouwd heb- trouw. En voor mooi uitgegeven cd’s heb ik een zwak. Elke cd die komt met een boek schaf ik blindelings aan. Gewoon omdat ik vind dat je zoiets moet ondersteunen.

Maar ja. Nu is het er. Nu is het binnen. Nu is het niet alleen maar een cd die komt met een boek (het ging over moordballades dacht ik), nu is het dan iets dat ik handen kan houden. Ik kan het bekijken. Ik kan de cd luisteren, het boek lezen. Ik kan er een mening over vormen. Ik kan.

En ik doe.

De cd als eerste dan maar. Want muziek was mijn eerste lief. Maar wacht. Deze hier ga ik gedoseerd tot me nemen. Laat ik beginnen met een lied. Eén liedekijn maar, en dan niks meer. Op een avond, net voor het nog niet echt laat is maar later dan ik doorgaans naar bed ga sedert de kinderen schoolgaand zijn en ik al veel te vroeg al veel te veel moet. Eén liedekijn. Lullaby heet het, en wat komt er doorheen mijn koptelefoon? Een duister soort zwaar aangezette folk, net iets ten zuiden van “pagan folk”, of hoe heet men dat. Angstaanjagende vrouwenstemmen. Een viool, een piano, een contrabas, een gitaar. Textueel wekt het huivers: een moeder maakt haar kind deelgenoot van haar geheim. Ze vermoordde de vader van het kind, en diens minnares. De aanleiding is bijna banaal en de methode is schoon, geen bloed werd hier vergoten. Maar als uw maag niet samentrekt bij de idee dat een moeder te biecht gaat bij haar kind over de moord op de bloedeigenste vader van dat kind, een vader waar het ongetwijfeld van hield want wat heeft een kind nu helemaal zaken met volwassen debiliteiten als overspel en jaloezie, dan hoort u wat mij betreft thuis in een gesloten inrichting.

Dit gaat al zijn voor deze avond. Ik ben rusteloos. Ik ga naar boven, naar een andere kamer, om te lezen of te peinzen of de gaten in het plafond te tellen, weetikveel. Misschien ga ik zelfs wel gewoon slapen. En als ik de trap op loop denk ik één ding: Zo! Gezellig is Eggs & Marrowbone vooralsnog in ieder geval niet!

En dan komen en gaan er dagen en op één van zulke dagen, sta ik en praat ik met de buurman. Ik was eigenlijk op weg om boodschappen te doen. Ik kom die man ook overal tegen, vooral in mijn eigen straat, vooral ter hoogte van zijn huis. Ik sta en praat over het Eggs & Marrowbone project want ik zit ermee in mijn maag. Ik wil zo graag zo ongeremd positief, zo bijkans hysterisch enthousiast over dit project schrijven, ik zeg, want ik wil het voelen gloeien. De cd, en dan zo’n prachtvol groot en zwaar boek erbij. Van daken wil ik roepen, dat iedereen het moet aanschaffen. Maar ik vrees dat mijn oren en mijn hart en mijn lendenen en mijn ogen me toch uiteindelijk een iets gematigder mening zullen gaan opdringen. “Dan heb je daar alvast een mooie insteek voor je recensie!” zegt de buurman. Uiteindelijk loop ik met een kop vol twijfels naar het winkelcentrum. Gebruikt mijn buurman een woord als “insteek”?

En dan doe ik wat ik al heel lang niet meer gedaan heb. Op een maandag aan de eettafel zitten en met papier voor mijn neus naar een cd luisteren. Dat was vroeger zo. Nog voor de kinderen er waren, en zelfs voor maandagbellen er was. Tien jaar geleden of langer nog. Luisterde ik alle maandagen naar te recenseren cd’s, want dan ving het werk pas om twee uur ’s middags aan en had ik de hele ochtend voor luisteren en schrijven en lezen. Ik heb allang geen hele ochtenden meer tot mijn beschikking voor zulke dingen, en zeker geen maandagochtenden. Maar toch is het maandag, is het ochtend, als ik zit. Zoals vroeger. Zonder koptelefoon maar met koffie en papier en aan tafel. En dan de cd. Eggs & Marrowbone. The Bullfight. Zo heet de band, zei ik dat al? Ongelooflijk slechte bandnaam trouwens. Maar oké. En goed. En terzijde. En nu, muziek.

Ja.

Ja. Goed. Folk, inderdaad. Maar ook hints naar de new romantics-beweging. Vooroorlogse jazz. Orgels, violen, gitaar, piano, een bugel zelfs een keer, mind you. De sfeer is die van El Boy Die, die van Tindersticks, die van ja: Nick Cave. Op de meeste liedjes neemt Nick (!) Verhoeven de zang voor zijn rekening en een bijzondere zangstijl heeft hij. Het bevindt zich ergens tussen praten en zingen in, is gedragen en theatraal. Het heeft wel wat weg van de zang van ja: Nick Cave. Het is niet lelijk, het is intrigerend maar niet een stem die me vanaf de eerste minuut voor zich wint. Helemaal vrij van aanstellerij lijkt het niet te zijn, die stem. En nu we het toch over Nick Cave hebben: moet ik het gastoptreden van Birgit Schuurman in Lying in Your Arms (wat een caveïaanse titel trouwens!) zien als een knipoog naar het gastoptreden van Kylie Minogue in Where the Wild Roses Grow?

The Bullfight Eggs & Marrowbone Recensie CD en Boek

Eggs & Marrowbone is honderd keer de plaat die Murder Ballads was. Want Eggs & Marrowbone is, minstens bij vlagen, echt duister. In ieder geval vaker wel dan niet mooi. Een ander groot pluspunt is dat de plaat niet heel lang duurt. Dus is het voorbij voor het me tegen gaat staan. Dat bedoel ik minder rot dan het volgens mij klinkt. Iets met bekasting en met meesters, hoe was het ook al weer.

Maar toch. Afkomen met een plaat vol moordballades en dan in muziek en zang zoveel Cave-hints geven? Sterk is anders. Ook tekstueel valt er het nodige af te dingen op Eggs & Marrowbone. In het weerzinwekkende The Supergrinder legt een vader zijn kind op bed (weeral een kind! laat de kinder er buiten, nu!) om daarna eens lekker de buren tot pulp te meppen. De refreintjes zitten vol lalala’tjes en laladi’tjes, want het is natuurlijk een carnavaleske boel met die supergrinder. De coupletten bevatten Duitstalige zinnen en op de koop toe moet die man dan ook nog een SS-uniform dragen. Waarom moet die man een SS-uniform dragen? Om het nog psychopathischer te maken ofzo? In het navolgende The Lamenteer heeft iemand iemands suïcide op zijn (haar?) geweten, en dat wordt als volgt geuit: “Hitler and Stalin killed hunderds a night / I did not kill one; it was her own suicide”. En weeral denk ik hum. En weeral rasp ik door mijn baard. En weeral rijs ik één wenkbrauw. De liedjes staan vrij achteraan op de plaat, dus ik verlaat Eggs & Marrowbone met een vieze smaak in mijn mond.

Waarom dat SS-uniform, waarom Hitler en Stalin? Waarom geen soldatenpak, ik zeg nu maar wat, en vul op de stippellijntjes de naam van een gekende massamoordenaar in. WOII behoort tot de ergste open wonden uit de Europese geschiedenis, en terughoudendheid is geboden met verwijzingen ernaar. Ik zeg niet dat er nooit grappen over gemaakt zouden kunnen worden, een WOII-verwijzing nooit ludiek of lichtvaardig zou mogen zijn; ik zeg ook niet dat je er niet mee schilderen mag in proza, of poëzie, of film, of muziek, of strip, of wat je er ook mee wil. Maar als het alleen maar dient om de weerzinwekkendheid van een situatie aan te zetten, kan het er ook gemakkelijk naast zijn en dat is volgens mij zeker aan de hand in de twee genoemde liedjes op Eggs & Marrowbone.

En ik denk hum. En ik rasp door mijn baard. En ik rijs één wenkbrauw. En over de cd ga ik alvast niet de glorie kunnen jubelen die ik jubelen wilde. Het is een goede cd, het is een mooie cd, het is een fijne cd. Maar het is er iets te vaak naast om in extase te zijn. En muziek is extase. Goede muziek is extase.

Het boek dan maar? Naar boven. Trap op, een stille ruimte zoeken. Beneden staat hier alle avonden de televisie te tetteren op één of andere commerciële rotzender. En boeken hebben geen gat waar ik mijn koptelefoon op aan kan sluiten. Dus dan de stilte gezocht. Op ergens een bed. In kou, want boven staat de verwarming niet aan. Maar kou past bij een duister project als dit. En kijken. En lezen. En kijken, weer.

Eggs & Marrowbone. The art of the murder ballads is een groot boek. Het is een zwaar boek. Ik herhaal het nog maar eens. Met zijn luttele 120 pagina’s, en toch bijna lectuur voor gewichtheffers. Het is een salontafelboek. Of een koffietafelboek. Hoe heet dat. Alle gelijk, zo’n boek dat je niet in de boekenkast zet. Maar je legt het neer. Op een tafel. Bij voorkeur op een tafel die je niet nodig hebt om aan te eten of te schrijven of er je kopjes koffie op te zetten als er gasten komen en je praten moet over hoe het gaat op je werk en met de kinderen en waar je naartoe gaat deze zomer. Zo’n tafel die daar maar staat te staan, en waar kunst- en andere kijkboeken op liggen. Bijvoorbeeld dit hier grote en zware boek. En vol ook, is dit boek. Het bevat essay, interview, schilderij, liedtekst, gedicht, strip en misschien vergeet ik dan nog wel wat media.

Vol, ja. Te vol? Hmmm ja. Misschien wel een beetje te vol. Ik hou van enig eclectisme. Ik hou van stuurloosheid. Ik hou van kruisbestuivingen en borders crossen. Ik hou ervan als een project zich niet laat beteugelen. Maar toch. Sjee. Dit boek is wel heel erg propvol en in zijn propvolheid doet het een beetje denken aan het werkstuk van een overijverige middelbareschoolleerling die een collage over “de kunst van de moordballade” wilde maken maar meegesleept werd door zijn eigen enthousiasme.

Natuurlijk is dit niet een boek bedoeld om in één avond doorbladerd te hebben. Vandaar ook dat tafeltje. Daar leg je het neer, daar pak je het op. Zo af. En toe. En dan blader je wat, en dan kijk je wat, en dan lees je wat. En dan leg je het weer neer. Zo. Maar dan nog. Had de lezer / kijker toch iets meer rust gegund. Een witpagina hier of daar (en dan doel ik op de functie van de pagina als lege pagina, niet op de kleur: in een boek als dit hadden de witpagina’s best zwart of bloederig rood gekund). Dat had je sowieso moeten doen naast elke tekst. Ieder mens is denklui. We werden voorgelezen uit boeken met plaatjes, en op het plaatje kon je zien wat je moeder of vader aan het voorlezen was. Zodus is de mens geneigd elk plaatje naast een praatje te zien als illustratief. Dat gaat ten koste van de zeggingskracht die een schilderij op zichzelf hebben kan. Het kunstwerk The Death of Jeanne d’Arc van Mirjam Groothedde staat naast een gedicht van, godbetert, Bart Chabot. Dat is toch een beetje als Bassie een dansje zien doen op muziek van Kayhan Kalhor (waarbij, voor de goede orde, Groothedde dan Kalhor is). Maar Groothedde is niet het enige slachtoffer dat de propvolheid van Eggs & Marrowbone. The art of the murder ballads eist.

Nee. Voorwaar. Ik zeg u. Het boek slachtoffert uiteindelijk zo te spreken zichzelf (welja. waarom niet). Ja. Wat? Ik zou haast zeggen dat kwantiteit hier niet ganzelijk harmoniëert met kwaliteit maar hee, zulke debiliteiten ga ik toch niet uit mijn botten slaan? Hou het er dus maar liever op dat er tussen het vele, het heel erg vele, het veel te vele dat dit boek te bieden heeft toch maar bitter weinig zit dat me doet opspringen uit mijn stoel en me wauw doet roepen en brullen van enthousiasme en rennen ook, rennen naar de telefoon omdat ik nu! een vriend! of vriendin! moet bellen! want ik moet! praten! spreken! oreren! over dit hier schilderij, dat daar gedicht, deze of gene kunstenaar. Honderdzestien pagina’s, de meeste ervan gevuld met beeld & geen enkel werk valt in de categorie “dat zou ik wel in mijn huis op willen hangen”. Er zijn wel wat pagina’s waar ik langer blijf hangen en vaker naar terugkeer dan andere, dat dan weer wel ja.

Er is het nogal expliciete The Corpses of the De Witt brothers van Jan de Baen, dat mij aan Francis Bacon deed denken, en evenzo aan het magistrale Alle Vlees van Jacq Firmin Vogelaar (één van de allerlaatste goede boeken die diene mens schreef); er is het reeds genoemde The Death of Jeanne d’Arc van Mirjam Groothedde; er is Petit People van Otto Ganz dat me intrigeerde omdat het met, onder andere, “organische vloeistoffen” geschilderd is én omdat het, naja, Otto Ganz is (ah! die goeje ouwe Xavier Deflorenne. ik ken hem vooral als geniaal dichter maar hij heeft ook een paar romans op zijn naam staan. die echter, helaas, bij mijn weten nooit uit het Frans zijn vertaald naar welke andere taal dan ook en ik wil alles doen voor de literatuur, ik heb mijn leven veil voor de literatuur, ik verhuis naar een ander land voor de literatuur, ik bevaar de zeven zeeën voor de literatuur, ik leer Russisch of Chinees of Oud-Grieks voor de literatuur ik wil zelfs mijn snor laten staan voor de literatuur maar Frans leren lezen wil ik niet); er zijn Circling Birds en Red Tree in Sunlight van Gallon Drunk-voorman James Johnson (ah! Gallon Drunk! ik heb wel weer eens zin in een Gallon Drunk-plaatje ik wil nu een Gallon Drunk-plaatje ik ga meteen een Gallon Drunk-plaatje opzetten!); ja, die werken zijn er. Ze zijn angstaanjagend, duister of misschien wel gewoonweg mooi en alsnog stroomt mijn bloed er niet heel veel harder van. Misschien dat de weergave in boek deze of andere werken geen recht doet, misschien moet je de originelen gezien hebben (“Je moet het in een zaal zien”, scheen de oma van mijn vader altijd te zeggen – en die woorden waren gevleugeld in ons huis want te pas en te onpas zeiden we: “Je moet het in een zaal zien”). Maar ook dat is geen excuus. Dit is een boek en dierhalve moet alles waar daarin staat ook in een boek tot zijn recht kunnen komen.

The Bullfight – Eggs & Marrowbone beluisteren

Dat niet alle werken heel direct over moordballades gaan; dat sommige werken misschien alleen dood tonen, of nog: “louter” luguber, sinister, suggestief, ontregelend, bizar, duister, broeierig of mysterieus zijn is tegelijk een voor- en een nadeel. Het voordeel is dat de kijker er zijn eigen nachtmerries kan laten spreken en dat het moordthema je niet murw dreigt te slaan. Het nadeel is andermaal een te wijdse blik, een veel dat te veel wordt. Een overgestileerde duisternis is niet nachtmerrie-achtig. Wat is minder eng dan dat wat in alles zegt dat er hier iets heel engs aan de hand is?

Wat de teksten betreft, steken er vooral twee uit. Het lieve, ontroerende, warme Iemand die ik liever mis van Vrouwkje Tuinman en het mini-essay over moordballades van Erwin Zijleman. Het opnemen van liedteksten in dit boek vind ik echt een zwaktebod. Dat geldt zeker voor andermans liedteksten, maar ook voor de eigen liedteksten. Wie zoals ik graag meeleest met de teksten om er zeker van te zijn dat je wel echt hoort wat je denkt te horen, moet met dit zware boek in zijn hand op de bank gaan zitten als hij de cd een luisterbeurt geeft. Daardoor krijgt dit kunstboek een beetje het imago van een al te groot uitgevallen cdboekje, een indruk die nog versterkt wordt door het hoge “rock n roll”-gehalte van veel van de afbeeldingen. Dat is jammer want met minder bijdragen en meer rustmomenten in de vorm van “wit”pagina’s had Eggs & Marrowbone. The art of the murder ballads een fantastisch boek kunnen zijn, zelfs zonder cd. Waarom werd de cd zelve eigenlijk niet uitgerust met een klein cdboekje erbij voor teksten en instrumentarium en diergelijke?

Hier is wat we gaan doen. Ja. We. U gaat ook iets doen. U gaat Eggs & Marrowbone heel gewoon bestellen. En rap een beetje. Want projecten als dit moeten gesteund worden. En het project als geheel biedt genoeg moois. Dus. U gaat. Bestellen. En dan gaat u uit. U gaat namelijk een salontafel kopen om straks het boek op te kunnen leggen.

En ik. Ik ga die Thomas van der Vliet eens even heel goed in de gaten houden. En als hij ooit, morgen, of volgend jaar, met dat werkelijk fantastische project op de proppen komt (want dat heeft hij in zich, zoveel is zeker), dan zult u mij horen. U zult mijn roep horen. Van de dagen. U zult het horen schallen. Werkelijk, u zult.

Goed? Goed!
Dan ga ik nu even de kinderen uit school halen, goed? Goed.

Eggs & Marrowbone Album Informatie

The Art of the Murder Ballad

  • Titel: Eggs & Marrowbone
  • Band: The Bullfight (Nederland)
  • Muziek: rock, murderballads
  • Soort album: studio LP
  • Label: Brandy Alexander
  • Tijdsduur: 32:06
  • Uitgebracht: november 2019
  • Drager: CD met Boek

Eggs & Marrowbone Tracklist en Nummers

  1. Lullaby (1:59)
  2. Doomsday Prepping (3:58)
  3. Lying in Your Arms (4:04)
  4. Alexander! (4:49)
  5. The Ballad of Aurely (1:38)
  6. Therefore I Run (4:49)
  7. The Supergrinder (2:24)
  8. The Lamenteer (2:15)
  9. The Hazeldonk Shuffle (4:08)
  10. Eggs & Marrowbone (2:02)

Bijpassende Muziek en Informatie