Remy van Kesteren The Red Turtle recensie van Tim Donker van het nieuwe album, An Alternative Soundtrack to the Motion Picture The Red Turtle.
Remy van Kesteren The Red Turtle Recensie
Recensent: Tim Donker
Ja. De harp. Hou de persen voor de harp. Dat was waar ook, de harp. Op één van mijn postrondes woonde ooit een hele moje vrouw en die speelde harp. Liep ik daar, kwamen er uit ergens een openstaand raam hapklanken naar buiten gedwarreld & dan stond ik even. Stil. Luisterend. Even, heel even. Heel even luisteren, daar, vooraleer ik haar post in de brievenbus deed en verder liep. O. Ja. Dat was waar ook. De harp. Hou de persen voor de harp.
Mijn gevoel bij de harp is op zijn zachtst gezegd ambivalent te noemen. O hoe wonderschoon dat instrument kan zijn weet ik ook wel. Maar té wonderschoon soms. Begrijpuwel. Te hemels, te feeëriek. Dan wordt het kitsch. Schoonheid moet altijd een beetje verborgen zitten. Tussen de wanklanken tevoorschijn komen. Te evidente schoonheid gaat boven de pet & dus boven de oren. Ook: plaatlang wil de harp überhaupt al wel eens vervelen gaan. Meer een instrument om een flard van op te vangen vanuit ergens een openstaand raam op één van je postrondes (gewoon een ommetje maken mag ook). En dan doorlopen, heeldurdag hongerend naar meer. Meer harp. Maar soms is het hongeren naar meer mojer dan het werkelijk meer, en de harp is vaak zo’n soms.
Hoe heette ookalweer dat meisje met die harp? Joanna Newsom, kan dat? Waar is die gebleven eigenlijk? En heeft die ooit meer gemaakt dan die ene cd die ooit –wie weet nog wanneer, wie nam nota, wie schreef het in zijn almanack- de cd was die je gehoord moest hebben, de cd waar niemand nog over zwijgen wilde toen, zelfs niet als je ze daar bij herhaling om vroeg. Iets met Milk in de titel, docht mij, die cd. O dat was fantastisch. Dat meisje die harp die stem. Fantastisch ja. Eén liedje lang. Die harp daar zo bal in de voorgrond, waar je ‘m niet vaak hoorde. Dat intrigerend stemgeluid. Zo hartgrijpend. Eén liedje lang. Bij het twede liedje begon mijn aandacht al uit wandelen gaan en nog voor de plaat zelfs maar halverwege was, was ik ‘m al hartgrondig beu. En tegen het laatste liedje haatte ik alles. De muziek, die stomme harp, dat domme aanstellerige stemmetje. Misschien met tien gastvokalisten. Voor elk liedje één. (stonden er tien liedjes op die cd? ik weet niet meer, willem had ‘m voor me gebrand op een cd’retje, ik heb ‘m ooit in het vuilnisvat geworpen). Misschien met een zee aan andere instrumenten waar die harp zich dan maar bij vlagen bovenuit zong. Hum. Klaarblijkelijk niet echt een fijn solo-instrument, die harp.
Zegt Tom Waits
(maar ja die zegt zoveel. zei hij ook niet ooit dat de realiteit er is voor mensen die drugs niet aankunnen? wat ik wel een goeje vond. niet dat ik drugsgebruik nu zo per se gepropageerd wil zien. maar ik vond het een moje omkering van het eeuwige kliesjee dat aldiegenen die “de realiteit” niet aankunnen “vluchten” in drugs (of alkool, voor die materie). wat is er zo geweldig aan “de realiteit” dat je haar zou moeten “aankunnen”? wanneer heeft het saje, dagdagelijkse, grauwe, al-te-werkelijke toch die niet te betwisten voorrang gekregen boven alles wat het bevattingsvermogen te boven gaat, wat oncategoriseerbaar is, geen naam heeft? de beperkten zijn diegenen die geloven aan slechts één juistheid, één werkelijkheid, één zienswijze, één grond. waar je dan met beide voeten op moet staan. ja. met beidjes je voetjes. niet eens één of alleen je grote teen)
Zegt Tom Waits
(vertrouwensvol zingt, drie keer rond, je ogen fladderen, totdat je iemand anders vindt, daar waar je leeft, elektrieke verbindingen, knallend als een zweep, hoe kan dit werken, hoe pas je hier in, schrijf je eigen bijbel, sla je eigen zelf in elkaar, brand tot je as bent, snij je goede oor af, en breng wat je ziet dichter bij mij, ik zal nooit ook maar een beetje anders voelen)
Zegt Tom Waits
(avond en de gordijnen nog open. avond, en het keukenraam nog open) (middag, en koffie in mijn kop, en Take care to fall van Drekka in mijn cdspeler) (of avond en toen was het Dalmak van Esmerine geloof ik, en cava in mijn glas) (en toen die keer dat Sabine een fles cava had gevonden in haar klerenkast) (sabine sabine ik zag u echt oprecht heel erg graag) (en hef de hemel op)
Goed. Zegt Tom Waits dus dat muziek moet klinken alsof het via het keukenraam van de buren uw huis in gewaaid komt. Of zoiets toch. Zei hij ooit. En daar komt The Red Turtle van Remy. (ja die punt moet geloof ik) mijn huis ingevlogen. Niet via het keukenraam. Maar gewoon door de brievenbus. Niet door de buren. Maar door de postbode (hee vakbroeder!). En ik doe dit niet vaak, mensen, ik doe dit gaat niet vaak, maar almeteens scheurde in de envelop open. Bekeek de plaat. Las de bio. Het moest een alternatieve soundtrack zijn voor de reeds lang verschenen gelijknamige film. En ik dacht oei. Ik heb weinig op, heel erg weinig op met film. En dan die “alternatieve soundtracks”, of die muziekjes voor nooit verschenen films, of filmische muziek als zodanig – ik ken dat allemaal wel. Ik ken dat wel. Ik ken dat veel te goed. En ook las ik dat The Red Turtle een harp-soloalbum is en ik dacht oei. Ik dacht aan Joanna Newsom (heette die nou wel zo eigenlijk?), aan de idee van Waits van mjoeziek door het keukenraam en aan die vrouw van weleer, ooit op een van mijn postrondes. De harp als solo-instrument, dat werkte toch niet?
Ik zou haast zeggen “met gemengde gevoelens” als ik niet zo het land had aan de idee dat het klaarblijkelijk opmerkelijk genoeg is om te vermelden dat niet al je gevoelens dezelfde kant op wijzen – en dus zeg ik maar “met de moed der wanhoop” (het is zoveel moediger te wanhopen dan te hopen, ommers) legde ik The Red Turtle op.
En.
O.
God.
O God. Genageld. Ik stond. Aan vloer. De pracht. O de alles stoppende alles stilleggende pracht. Die het eerste liedje was. amber. Zo heette dat liedje. Noem het neoklassiek ofzo. Noem het minimaal. Noem het voor mijn part jazz, maar dan wel ene jazz zoals we die van Park Jiha gewoon zijn (o en zoek Remy. gerust ook in die hoek, de hoek der verstilden, de hoek der onklasseerbaren, de hoek der prachtigen). En ge moogt veel meer ook, ge moogt dit van mijn part ook “verstilde folk” noemen ofzo. Dat moogt ge allemaal. Zolang u uw bakkes maar toe doet, zodat ik in alle rust kan luisteren naar The Red Turtle.
Want dit is er één. Een plaat voor de stilte. Een plaat voor het geluid. Een plaat voor de beweging. Een plaat voor het hagen van het onbehagen. Een plaat voor de bladeren. Een plaat voor het openstaande keukenraam. Een plaat voor de roodwijn. Een plaat voor de avond. Een plaat voor de nacht. Een plaat voor de ochtend. Een plaat voor het liggen op je vloer & een plaat voor het zitten op je plafond. Een plaat voor de whisky. Een plaat voor de koffij. Een plaat voor het niet. Een plaat voor het al. Een plaat voor de peins. Een plaat voor de voel. Een plaat voor het trappen. Een plaat voor blijven waar je bent. Een plaat voor de wolken. Een plaat voor de schemerschijn. Een plaat voor de traagte. Een plaat voor de straat als een deken. Een plaat voor het ademen mee. Een plaat voor dronken van mjoeziek. Een plaat voor de randen van je slaap. Een plaat voor mijn vader (toen hij nog leefde, en we in de auto zaten, en we zwijgend reden doorheen de nacht). Een plaat voor mijn moeder (toen ze nog leefde, en we alleen waren, en in de keuken een langzaam maal kookten). Een plaat voor het tasten. Een plaat voor de regen in mijn achtertuin. Een plaat voor Dregke. Een plaat voor t Schrijverken. Een plaat voor langzaamaan vervlochten raken. Een plaat voor het staan. Een plaat voor het genageld staan. Een plaat voor even niks kunnen zeggen even niks kunnen denken, alleen staan. Alleen genageld staan.
Een plaat die moet. Een plaat die spreken moet, ook als hij zwijgen moet. Een plaat die maakt wat alleen in muziek gemaakt kan worden (om te variëren op een gedacht van Paul Neuhuys). Een plaat in het licht, het licht dat doorheen mijn raam valt als het ochtend is en ik voor mijn boekenkast sta en denk o hoe hou ik van dat licht.
En ineens vat ik ‘m, monneer Waits. Die van dat keukenraam, en de mjoeziek van de buren. Dan ging niet over hinderlijke boenkeboenkeboenke die ongewenst uw keukenraam binnendringt. Dat ging over ongrijpbaarheid. Over oningelijstheid. Als de klanken van The Red Turtle die zich bijna oplossen in de omringende lucht om als ragfijne druppeltjes te kondenseren op je gezicht.
Ik denk aan die moje vrouw van weleer, en de harpklanken die zij doorheen heur keukenraam naar mijn oren zond. Dat tijdeloze. Ik heb de harp van Remy. gehoord en ik weet niet of het een flard was of mijn halve leven, want ik was daar waar tijd noch plaats er toe doen. Dus nu de dag me afgrenst, zwijg ik en zet ik punt.
Informatie over The Red Turtle
- Volledige titel: An Alternative Soundtrack to the Motion Picture The Red Turtle
- Artiest: Remy van Kesteren (Nederland)
- Label: Snowstar Records
- Verschenen: 30 oktober 2020
- Drager: CD / LP
Bijpassende muziek en informatie