Donna Blue Dark Roses Recensie

Donna Blue Dark Roses recensie van Tim Donker en informatie over de nummers op de nieuwe plaat.

Donna Blue Dark Roses recensie

Dat je daar zit. Dat je daar zit, op deze dag. Dat je daar zit, op deze Dark Roses dag, die een dag is als alle andere. Een dag als nooit te voren. Een dag na de vorige dag.

Recensie van Tim Donker

Dat je daar zit. Met naast je je dochter. Je prachtige lieve grappige wijze moje geweldige zevenjarige dochter. Die daar zit, ook. En een verftekening maakt van een poes. Fantastiese kleuren in de achtergrond. Op de voorgrond een poes. En steeds meer details. En steeds meer verf. En dan haar concentratie, terwijl ze tekent, terwijl steeds meer verf, terwijl die poes. En jij zit daar ook, en je stuurt berichtjes aan de man die je trap heeft gerenoveerd. Een man met een ontzaglijke juridiese kennis. Kent heel het wetboek uit zijn hoofd. Is natuurlijk een anarchist. Is natuurlijk een vriend van je geworden. Zit je hier natuurlijk berichtjes mee uit te wisselen, terwijl je dochter natuurlijk een verftekening van een kat aan het maken is. Op de speler: Dying happy van Baby Bird. En je denkt Sjee hoe ongekend mooi deze muziek toch.

Of. Later. Je dochter al in bad. Je traagkookt. Je traagkookt risotto natuurlijk, want een risotto moet getraagkookt. Je voegt bouillon toe, je roert, je voeg bouillon toe, je roert, je voegt bouillon toe, je roert. Af en toe loop je naar boven, naar de badkamer, want je dochter, je prachtige lieve grappige wijze moje geweldige zevenjarige dochter zit in bad nu omdat niet alleen de verftekening maar ook zijzelf altijd maar kleurrijker werd. Je praat met haar, maakt grapjes met haar, kijkt naar hoe ze bellen blaast van zelfgemaakte sopjes. En dan weer naar beneden, en stil, en roeren, en risotto. Op de speler: head home van O’Death. En je denkt Sjee hoe ongekend mooi deze muziek toch.

Of. Later. Later weer. Dochter nog in bad, haren gewassen, nog even nog even, dan komt ze. Risotto, pruttelend. Je hebt er groente bij gedaan, je hebt er parmezaanse kaas bij gedaan, nog even, nog even dit, dit pruttelen. Even tijd voor een biertje terwijl je dochter nog even nog heel even terwijl de risotto nog even nog heel even, even tijd nog, even zitten nog, even een Orval nog, even alles nog. Op de speler: Olimpia Splendid van Olimpia Splendid. En je denkt Sjee hoe ongekend mooi deze muziek toch.

En dit is hoe.
En dit is hoe muziek.
En dit is hoe muziek terug komt bij je.

Dit is de muziek. Dit zijn de platen. Het zijn de platen, het zijn je mooiste platen niet perse je allermooiste platen maar toch zeker wel je mooiste platen. Het zijn de platen die je al heel lang hebt, het zijn de platen die al jaren bij je zijn, met wekenoude of zelfs maar maandenoude platen werkt het niet. Het zijn de platen die je altijd mooi hebt gevonden, het zijn de platen die je steeds weer mooi vind; die platen zijn het.

Die platen die je keer op keer vinden.

Het kan een dag zijn. Het kan het eind van de middag zijn.

Het kan een verftekening zijn, het kan het bier zijn, het kan de risotto zijn. Dat ik totaal ontspannen was die dag, en bijna gelukkig, hielp ook mee.

Het kan ook nacht zijn, of ochtend op de rand van je bed met zes milligram eeuwigheid smeltend op je tong, misschien de regen tegen de ruit, het kan avond zijn, windstilte, het kan wijn of koffie of brood of vis of boek of lichtval of woord of kaas of inkt of rozemarijn zijn. Of dat wat je niet nu, niet ooit, zou kunnen bedenken

Ik bedoel zeggen. Er zijn platen die mooi zijn. Ze hoeven niet perse engelachtig mooi te zijn, nee liever niet. Zijn gewoon mooi, die platen. Is gewoon mooi, die plaat. En hij gaat mee, die plaat, jaren. En gedurende die jaren, soms, hoor je weer opnieuw hoe mooi je hem vond de allereerste keer dat je hem hoorde.

Ofnee. Niet de eerste keer. Dat is het juist, dat zoon plaat geschiedenis heeft, dat het alles van eerdere keren in zich draagt – dat je weet dat het een moje, een gekoesterde plaat is. Maar soms staat alles goed en weet je niet alleen dat het een moje plaat is, je voelt het ook. Er komt even iets kruipen onderdoor de lagen waarmee je de plaat in de loop der jaren (ja! jaren!) omgeven hebt. Je kunt het niet afdwingen, je kunt het niet eisen, de dingen moeten goed staan. En de dingen staan bijna nooit goed.

Het komt nooit als je echt gekonsentreerd naar een plaat gaat zitten luisteren – dat is de kloterij. En het juk ook, waaronder de platenbespreker leeft. Want die platenbespreker gaat zoon plaat zitten luisteren, in stoel, soms nog met koptelefoon op zijn stomme kop ook, en goed luisteren, en hum denken en tsjee denken en tsja denken. Je verpulvert de mjoeziek met je veel te zware platenbesprekersoor. De mjoeziek moet even gekamerd hebben vooraleer ze je oor bereikt. De mjoeziek moet de dingen aanraken nu de dingen goed staan. Er moet ruimte tussen de mjoeziek en je oor.

Dezer dagen doe ik het veel minder dan ooit, dan toen bijvoorbeeld, toen ik nog studeerde. Het luisteren als loutere aktiviteit. Ik wil de mjoeziek de ruimte laten om zich op te zuigen met heur potensjele geschiedenis (heur potensjele geschiedenis – hoor mij bezig!). Daags na mijn dochter, het bad, het bier, de risotto, geef ik het album van Dark Roses een eerste draai. En ik zit niet en ik luister niet ofja ik luister wel en ik zit ook – op de grond. Ik sorteer de puzzelstukjes van de wereldbolpuzzel waaraan mijn moje lieve prachtige veel te wijze negenjarige zoon bezig is, het leek me iets aardigs voor hem om te doen: dan komt hij thuis uit de schoelje, en dan liggen die puzzelstukjes daar niet meer kriskras door elkaar maar netjes gesorteerd. En ondertussen luister ik ofnee hoor ik liever Donna Blue.

Wat hoor ik?
De bio segt Serge Gainsbourg.
De bio segt Ennio Morricone.
Maar ik hoor Stereolab.

Ja.

En, verdomd, The Shadows. Wat niet perse een slecht ding is; het is alleen maar niet perse een goed ding.

Ja godsakke, willen jullie me het nou echt horen zeggen? Dat ik film noir hoor, zwartwit, grofkorrelig, al die stomme kutkliesjees, moet ik die hier dan echt gaan zitten oplepelen?

 

Een lentedag hoor ik ja, en vroeger hoor ik, niet het vroeger van de zestiger jaren want ik heb het nu niet langer over het geluid maar over het gevoel & ja een gevoel kun je best horen of liever je kunt iets horen dat een gevoel teweegbrengt. Het vroeger van toen ik kind was en op een donkere dag op straat liep – dat hoor ik hier. Een woensdagmiddag, iedereen binnen, iedereen voor de buis, ik liep in grijze luchten overheen grijze straten, altijd maar de dreiging van regen maar het gaat maar niet regenen. De stilte de eenzaamheid de desolaatheid en toch was het mooi om daar zo alleen te lopen, overheen die grijze straten en in die grijze lucht. Maar ik loop niet ik sorteer puzzelstukjes en de stem van de zangeres sirkelt rond mijn hoofd, kringelt langs mijn lijf. Een stem om in te slapen. Een stem om in te drinken, diep in te drinken, als een goede spaanse roodwijn die smaakt naar aarde en regen en leven.

Ik denk aan mijn moeder, toen die nog leefde. Toen ze jong was, ik kind was, toen ze nog rookte. En die blauwe rook en haar prachtige rode haar en ik keek en zag volwassen zijn. Want volwassen dat was blauwe rook en rood haar.

Donna Blue klinkt zoals een kind zich de volwassenheid peinst. Iets met zomers die nog zwoel zijn, de ochtend en het gras kietelt onder je blote voeten en er is iets dat je niet geheel grijpen kunt maar waarvan je meent dat je het ooit, mettertijd, met de jaren, grijpen zult. Iets met een mysterie ofzo. Maar het kunnen ook gewoon de vogels zijn.

Donna Blue en de plaat.
Een plaat.
Een gewone plaat.
Een plaat als alle andere.
Een plaat als nooit tevoren.

Ik sorteer puzzelstukjes en waag denken dat dit een plaat gaat kunnen zijn, ooit, met geschiedenis. Ik zit op de grond en drink mijn iets te koude koffie en waag denken dat dit het soort plaat gaat kunnen zijn dat terugkomt. Mjoeziek nu nog geurend naar cowboys en verten en Calexico en vroeger en film en The Limiñanas en mysterie en oneindig fijne lenteochtenden maar die ooit. Ja. Ooit. Mjoeziek die ooit.

Die kwaliteit heeft het. Mjoeziek te zijn die ooit. Mjoeziek die historij verzamelen kan.

Dan gaat het zijn – jaren na nu. Allicht zullen mijn kinderen twintigers zijn dan, allicht studeren die dan al, allicht wonen die allang niet meer tuis dan maar vereren ze hun oude vader nog geregeld met onverwachte bezoekjes. En dan sta ik weer net als vroeger -net als nu- omeletten voor ze te bakken of god laat het een tortilla zijn. Een herfst, het licht al tanend. We, wij drieën, drinken koffie of vooruit het is laat in de middag ik schenk voor iedereen een roodwijntje in. Eén met zoon grondsmaak. Eén die wolkt in de glazen. Ze vertellen me verhalen. Over hun huisgenoten, hun studies, hun vrienden. We lachen. We drinken. Op de speler: Donna Blue van Donna Blue. En sjee zal ik denken. Sjee, hoe ongekend mooi deze muziek toch.

Donna Blue Dark Roses Recensie

Donna Blue – Dark Roses informatie

  • Band: Donna Blue (Nederland)
  • Soort muziek: pop
  • Label: Snowstar
  • Drager: CD / LP
  • Jaar: 2022

Dark Roses tracklist

  1. The Beginning (4:38)
  2. The Idea (2:11)
  3. A Lover in Disguise (3:50)
  4. Dark Roses (3:01)
  5. Forever (4:19)
  6. Waking Up from a Dream (2:52)
  7. Cup of Time (2:58)
  8. Solitaire (2:50)
  9. Rouge (3:19)
  10. Carousel (4:27)
  11. Reprise (3:19)

totale tijdsduur: 37:44

Bijpassende muziek en informatie